Actueel

Blog: levende en sprekende getuigen tijdens de Week van de Vroege Kerk

28 november 2019

Levende en sprekende getuigen tijdens de Week van de Vroege Kerk

In een donkere kapel op maandagavond 11 november kwam de TUA-cantorij binnen met verlichte kaarsen, terwijl ze hymnen zongen. Zo begon de aan de TUA gehouden Week van de Vroege Kerk, waarin de eerste christengemeenschappen goed onder de loep genomen werden. Prof. Van Willigen ging tijdens de openingslezing van deze week in op vroegste gebruiken van de kerk. Zo werd voor hymnen vooral het Bijbelboek Openbaring gebruikt; de kerk verlangde toen sterk naar de wederkomst.“… Halleluja, want de Heere, de Almachtige God, is Koning geworden…”. In deze vroege liederen wordt een oprechtheid gevoeld waar de christenen ook in hun zang een licht wilden zijn in hun wereld, gezang dat nergens zo rustgevend was als bij de christenen.

Op woensdag bood tijdens het minisymposium prof. R. Roukema een verdiepende blik op het boek van de profeet Micha. Wat bleken de Vroege Kerkvaders geschreven te hebben in hun commentaren? Rechtvaardiging door geloof alleen – door Christus alleen!
Prof. Van Willigen liet zien hoe de gebedshouding van de vroege christenen sterk in contrast staat met de huidige gebruikelijke manier van bidden. Men nam een open houding aan: de handen op schouderhoogte zijdelings gestrekt, met de palmen naar voren gericht, en de ogen gefixeerd op de hemel. Lijken op Jezus was voor hen prioriteit op elk gebied van hun leven. Bij het geven van de geest, keek Stefanus op, zijn leven gevend, en bad God zijn stenigers deze zonde te vergeven.
Prof. N. Witkamp kreeg hierna het woord en maakte ons duidelijk dat we, vaak onbewust, staan op de schouders van reuzen. De enorme omvang van bronnen is te danken aan de Vroege Kerk, waaruit ook de nieuwtestamentische canon voortvloeide. De Apostelen hadden de christenen mondeling onderwijs gegeven. Dit bleef in de kerken circuleren en op basis van die ontstane traditie konden de juiste teksten onderscheiden worden van de valse.

Onder leiding van prof. Van Willigen en prof. Kater is vrijdag een volwaardig slot gegeven aan deze speciale week. Jezus vraagt zijn volgelingen om levende, sprekende getuigen te zijn van het Koninkrijk Gods. Tegenwoordig is het moeilijk voor te stellen dat je het geloof niet openbaar zou mogen uitspreken, maar in de tijd van de Vroege Kerk werd je daarvoor veroordeeld. Het leven híér voor het leven hierná, een dilemma waar sommige christenen toen niet uitgekomen zijn. Prof. Kater volgde en onderstreepte Joh 15:11. Levende en sprekende getuigen worden in de blijdschap volkomen. Die blijdschap komt door Zijn liefde. In Zijn liefde komen, doe je als je in Zijn geboden blijft. Joh 16:24 sluit hierbij aan. Gebed is belangrijk. Zijn Naam staat centraal. Het ligt in Zijn handen. Afhankelijk en alles verwachtend van de Heer. Zo was dat toén. Zo is dat nú.

Michael Madern, bachelorstudent