Actueel

Blog: Vertalen is verrassen

30 mei 2022

Vertalen is verrassen

De TUA heeft iets met Bijbelvertalen. De founding father van de TUA, prof. F.P.L.C. van Lingen, een befaamd taalkundige, behoorde na zijn emeritaat in 1909 tot de mannen van het eerste uur bij het beraad over een nieuwe Bijbelvertaling. Daarna heeft prof. L.H. van der Meiden in de jaren voor en na de Tweede Wereldoorlog zich intensief ingezet bij de voorbereiding en later de revisie van de nieuwe Bijbelvertaling, de NBG-1951. Het stokje werd overgenomen door prof. B.J. Oosterhoff, die lange tijd deel uitmaakte van de revisiecommissie NBG-1951. Vanaf 1994 werd ondergetekende als supervisor betrokken bij de Nieuwe Bijbelvertaling, die als NBV in 2004 zou uitkomen. Aan de revisie die de naam NBV-21 zou krijgen en waarvan vorig jaar een eerste exemplaar aan de koning werd overhandigd, heb ik als lid van de begeleidingscommissie met vreugde meegewerkt.

Niet alleen bij docenten, maar ook bij studenten van de TUA was en is er veel interesse voor Bijbelvertalen. Tineke Bol-Drieënhuizen liep als studente al stage bij het NBG in Haarlem, en is daar nu al jaren in vaste dienst. Ook andere studenten liepen stage in Haarlem, enkelen in het kader van een excellentietraject. Twee oud-studenten werkten in Tanzania als Bijbelvertaler: Albert Verhoeff en André Kamphuis, beiden hebben inmiddels als translation consultant prachtig werk kunnen verrichten bij de totstandkoming van Bijbel(delen) in verschillende talen. Dat laatste geldt niet het minst voor oud-student Hessel Visser, die decennialang met zijn vrouw Coby in Botswana werkte om de Bijbel in het Naro te vertalen. Volgende maand hoopt hij aan de TUA zijn proefschrift over Bijbelvertaalarbeid te verdedigen.

De wereld van het Bijbelvertalen is en blijft boeiend en vaak verrassend. Vrijdag 19 mei werd in Haarlem een symposium gehouden onder de titel ‘Vertalen is verrassen’, ter ere van de inmiddels gepensioneerde dr. Jaap van Dorp, die heel veel betekend heeft voor het Bijbelvertaalwerk in Nederland en daarbuiten. Hem werd bij deze gelegenheid een feestbundel aangeboden onder dezelfde titel Vertalen is Verrassen, waaraan door maar liefst 38 collega’s, de meesten uit de kring van het Nederlands-Belgische Oudtestamentische Werkgezelschap, een bijdrage was geleverd.

Zelf schreef ik in deze bundel een artikel over de slotverzen van Psalm 139, die door veel Bijbellezers en dominees gelezen worden als een gebed tot de HERE of Hij wil toezien dat de dichter geen verkeerde weg opgaat. Zeker na de vloekbede in de verzen die eraan voorafgaan, zou de dichter aarzelen, de hand in eigen boezem steken: mogelijk zit ik ook verkeerd? In mijn bijdrage probeer ik echter aan te tonen dat dit nu net niet de bedoeling van deze verzen is. De gangbare psychologiserende uitleg lijkt mij onjuist. In Psalm 139:24 vraagt de dichter God niet in onzekerheid om te controleren of hij geen verkeerde weg gaat, maar vraagt hij in vertrouwen dat God zal vaststellen dat hij geen verkeerde weg gaat. Hij zit níet in de kring der spotters en gaat níet op de weg der goddelozen: laat HERE dit zelf vaststellen. Deze uitleg vond ik tot mijn verrassing ook… bij Calvijn. Als een der zeer weinige exegeten die dit gezien hebben. Mijn artikel mondt uit in het voorstel om het woordje ‘of’ in de vertaling van Psalm 139:24 te vervangen door het woordje ‘dat’.

Vertalen is en blijft verrassen, in veel opzichten. Dit soort verrassingen wens ik docenten en studenten aan de TUA ruimschoots toe. De Bijbel, het Woord van God, is altijd weer rijker en dieper dan we ooit wel dachten. Niet voor niets besteden we aan de TUA zoveel tijd aan de studie van de brontalen. Om vervolgens exegetisch, vertaaltechnisch en hermeneutisch de brug te slaan naar de doeltalen, naar het heden.

Prof. dr. H.G.L. Peels, hoogleraar Oude Testament

Cover van de feestbundel ter ere van dr. Jaap van Dorp.