18 februari 2019
Sinds september 2018 mag ik mij erin verheugen om – vermoedelijk de jongste – student aan de TUA te zijn. Het moment waarop ik er mijn eerste colleges volgde, is nu alweer twaalf collegeweken, twee tentamenperioden, heel veel goede gesprekken en vriendschappelijke contacten geleden. Het kost mij werkelijk geen enkele moeite om me positief uit te laten over deze prachtige instelling: ik heb er sinds die september van het vorige jaar al zo ongelofelijk veel geleerd! Een groot deel daarvan wordt alleen al in beslag genomen door de grondtalen van de Bijbel – Grieks en Hebreeuws. Twee pittige vakken, die in de eerste twee jaar van de studie bijna voortdurend in het wekelijkse rooster opgenomen zijn, maar desalniettemin veel voldoening geven en ook zeer uitdagend zijn. Het tempo ligt hoog, maar heeft als keerzijde dat je als student veel eerder dan verwacht al op een behoorlijk – tenminste, voor je eigen idee – niveau de taal beheerst, en ook al in het eerste jaar met Bijbelgedeelten aan de slag gaat. Naast deze twee talen wordt in de propedeuse voornamelijk aandacht besteed aan de breedte van de theologie, zodat er ook plaats is voor filosofie, godsdienstwetenschap et cetera. Op die manier wordt er een stevig fundament gelegd voor het vervolg van de studie, waarin Hebreeuws en Grieks gebruikt gaan worden om het Oude c.q. Nieuwe Testament te bestuderen, en om ook met de systematische vakken aan de slag te gaan. Ergo, ik heb in dit eerste halfjaar aan de TUA enerzijds ervaren hoe enorm veel informatie je al aangeboden wordt, maar aan de andere kant ook hoe buitengewoon veel er nog voor je open ligt, en er in de volgende jaren allemaal nog geleerd kan – en moet – worden. Deze eerste ervaringen scheppen voor mij blijde hoop voor de jaren die ik nog op deze fantastische universiteit mag verkeren!
Auke Kieviet, eerstejaarsstudent