Actueel

Blog: Preken, een fluitje van een cent

31 augustus 2021

Preken, een fluitje van een cent

Misschien deed de titel u wel even de wenkbrauwen fronsen. Een fluitje van een cent? Is preken of het maken van preken dan niet een kwestie van hard werken? Stevige studie, een ambacht?

Jazeker, dat is het. Gelukkig hebben wij de goede reformatorische gewoonte dat toekomstige dienaren van het Woord academisch worden gevormd. Onderdeel van de studie theologie is het vak homiletiek, ‘predikkunde’. Zoals elk vak is ook homiletiek qua omvang gebonden aan het aantal studiepunten. Hierdoor is voor homiletiek minder tijd dan je zou wensen. Het is daarom mooi dat de TUA extra tijd voor homiletiek aanbiedt, door buiten de studie om voor masterstudenten een driedaags preekseminar te organiseren. Deelnemers krijgen allen dezelfde gedeelten op uit het Oude en Nieuwe Testament en een zondag uit de Heidelbergse Catechismus, om daar een drietal preken over te maken. Toch is geen enkele preek gelijk, zo bleek ook dit jaar weer. En die verscheidenheid alleen al is prachtig.

We kregen alle tijd om elkaars preken in een open sfeer van kritiek te voorzien. Aansluitend bespraken we de preken met prof. dr. M.J. Kater. Behalve de ‘preekbesprekingen’ kregen wij ook enkele colleges van professor Kater. Een gastlezing werd verzorgd door ds. J.G. Schenau. Hij ging in op de vraag: ‘Wie ben ik als ik preek?’ Vroomheid en wetenschap horen in Apeldoorn bij elkaar. Vanzelfsprekend moet de prediker in staat zijn het ambacht uit te oefenen, maar een preek die niet allereerst wordt gedragen door de gebeden van de predikant en ook door die van zijn gemeente, blijft een mensenwoord. Wie let op alle aspecten die meespelen rond de verkondiging van het Woord zal de prediking niet snel onderschatten. Predikanten staan op heilige grond met woorden van de Koning van de Kerk.

Ds. Schenau sloot zijn bijdrage af met een gedicht van Jaqueline van der Waals. Zij beschrijft hoe een herder uit een rietkraag een van de vele halmen nam en uit die ‘stemmeloozen stengel’ een Herdersfluit sneed. De fluit zong als hij blies en verstomde als hij zweeg. Ontspannend. Preken, tóch een fluitje van een cent:

De zoete, pas ontwaakte stem/ Bestond en leefde slechts door hem./ Zoo gaf ik gaarne wensch en wil/ In ’s Heeren hand en hield mij stil./ Zoo dan, als door een rieten fluit,/ Bij zwijgend eigen stemgeluid,/ Gods adem door mij henen blies,/ Hoe groote winst bij kleen verlies!

Henkjan Ymker, masterstudent