Actueel

Blog: Schepping is een geloofszaak

15 juni 2022

Schepping is een geloofszaak

Het was prachtig om samen met mensen van drie andere universiteiten in ons TUA-gebouw aan het Wilhelminapark samen te komen. Die universiteiten waren Münster, Siegen en Göttingen, en samen namen we deel aan de Reformierte Sommeruniversität. Het thema was dit jaar: Schöpfung glauben – Natur bewahren.

Natuur en schepping zijn niet hetzelfde, maar als ze verband houden met elkaar: hoe dan? Schepping is een geloofszaak, dat is deze conferentie in elk geval duidelijk geworden. We dachten gedurende drie dagen met elkaar over het thema na. En dan merk je ook culturele verschillen. Daarover straks meer.

Dinsdag 7 juni

Met de trein en met de auto kwamen de studenten aan uit onder meer Duitsland en druppelden binnen. Na een kleine voorstellingsronde gingen we meteen de diepte in onder leiding van prof. dr. Georg Plasger. Vanuit de geloofsbelijdenis weten we heel goed dat God de Almachtige is, maar wat betekent dit concreet? De lezing was goed te volgen, omdat zijn college grotendeels was uitgeschreven en we konden meelezen.

We dachten na over God als co-existerende in onze wereld. Is Hij niet de gans andere? Op welke manier is het verbond aan Gods voorzienigheid verbonden?

Na de lezing werd er tot onze verbazing door de Duitse studenten niet geklapt, maar zoals bij hen gebruikelijk op de tafels geklopt. We gingen in werkgroepen uiteen en spraken over Barth rondom het thema van goddelijke voorzienigheid. We lazen met elkaar stukken tekst uit Plasgers college, al dan niet hardop, en reflecteerden daarop. Elke korte alinea gaf al zoveel stof tot nadenken dat we niet alles hebben kunnen lezen. Gods voorzienigheid is soms zo ingewikkeld: waarom laat God dingen toe? Het adembenemende is dat God uit vrije wil, liefde en genade werkt.
“Der Glaube an Gottes schöpferisches Handeln ist nicht leicht, sondern fordert das Vertrauen darauf, dass es (zumindest in Zeiten der Anfechtung) kontrafaktisch zu bekennen ist: Obwohl die Welt so ist, wie sie ist, lässt Gott mich nicht los, lässt Gott sie (die Welt) nicht los.“

Woensdag 8 juni

Na de Morgenandacht dachten we met dr. Koert van Bekkum na over de beschrijving van de schepping in het Bijbelboek Genesis. Hij merkte op dat Genesis al veronderstelt dat God bestaat. We ontdekten in onze werkgroep dat Duitse theologie Genesis 1 en 2 vaker scheidt, terwijl Koert van Bekkum de hoofdstukken juist met elkaar in verbinding wilde brengen. Het is best ingewikkeld te onderzoeken hoe een Israëliet in het Oude Testament deze hoofdstukken heeft gelezen. Vanuit de Umwelt kreeg hij waarschijnlijk ook andere scheppingsverhalen mee. In hoeverre zijn die gelijk of anders aan het scheppingsverhaal vanuit de Bijbel?

Prof. dr. Matthias Freudenberg sprak over Psalm 104. Na een prachtige beschrijving van de schepping lijkt het slotvers (v.35) uit het niets te komen: “Die Sünder sollen ein Ende nehmen auf Erden und die Gottlosen nicht mehr sein. Lobe den HERRN, meine Seele! Halleluja!” Ook dit vers moet in de uitlegging van het hoofdstuk serieus worden genomen. God gaat de schepping nieuw maken.

Prof. dr. Martin Laube benadrukte in zijn lezing dat de goede schepping zoals die door God is geschapen voor mensen niet meer zichtbaar lijkt. Neem de val van de Berlijnse Muur, de coronacrisis en andere persoonlijke diepe crisissen in mensenlevens. Theologen hebben op verschillende manieren het handelen van God gezien in de coronacrisis, John Piper wordt als voorbeeld genoemd. Wij moeten naar de blijvende zorg van God door Zijn voorzienigheid kijken. De Heere Jezus lijdt met ons mee.

Voorafgaand aan de lezing van donderdag behandelden we in de werkgroepen Noordmans alvast. Hij maakt de eigenaardige opmerking dat de Schrift pas echt begint bij de val van de mens. Noordmans kan de goede schepping van God niet zien. Studenten in de werkgroep reageerden juist dat ze Zijn goedheid wel zien in de natuur, in mensen, in gelovigen, in de redding van zondaren. Dat is iets anders dan dat de hele schepping goddelijk is. Het leverde een interessante conversatie en confrontatie met het gedachtegoed van Noordmans op.

’s Avonds gingen verschillende studenten en hoogleraren naar de Graaf van Vlaanderen, een café in Apeldoorn. Zo konden de Duitsers ook nog een beetje kennismaken met het centrum.

Donderdag 9 juni

Tijdens de Morgenandacht zongen we “In meinem Studieren / wird er mich wohl führen / und bleiben bei mir, / wird schärfen die Sinnen / zu meinem beginnen / und öffnen die Tür” (Text: Philipp von Zesen; Melodie: Johann Georg Ahle). Gelukkig zongen de Duitse studenten en hoogleraren het hardst; de melodie was niet eenvoudig te volgen.

Waar de Duitse studenten al verwonderd waren over de parkenwijk rondom de TUA, waren ze dat al helemaal over Kampen. Daar kregen we informatie vanuit het Waterschap over de historie van dijken in Nederland en dan specifiek in de regio Overijssel en de situatie nu. Na twee presentaties verwonderden we ons over de mooie stad en bezochten de Bovenkerk. De meesten laafden zich aan een kop koffie ergens in de stad en we reden vervolgens in verschillende auto’s terug naar Apeldoorn. We ontmoetten elkaar weer op de TUA voor de twee laatste lezingen.

De eerste lezing had het thema Creatio, recreatio, nova creatio. Onze ‘eigen’ prof. dr. Arnold Huijgen hield een bijdrage over Noordmans en A.A. van Ruler, waarbij verschillende Duitsers opmerkten dat ze het interessant vonden ook theologen vanuit Nederland te leren kennen. Beide theologen willen voor recreatio gaan, maar Noordmans bedoelt eigenlijk nova creatio. Noordmans wil ‘schaffen’ niet vertalen als vormen, maar als scheiden. Huijgen denkt juist dat hierin winst te behalen valt: waar het in Noordmans’ tijd wellicht problematisch was om dit te zeggen, vanwege de oorlog, is het nu belangrijk om de orde die door God in de schepping gewild is, te zien.  

De tweede lezing werd verzorgd door prof. dr. Anne Käfer. Op het scherm verscheen de tekst: ‘Das Christentum ist Schuld.’ Waaraan? Aan de omgang met dieren (en het milieu) in de geschiedenis van de kerk. De dieren zijn niet geschapen als doel voor mensen, het is een verantwoordelijkheid van ons als mensen om met ze om te gaan. Misschien is de vijand van het dier niet de wolf (Jes. 11), maar is de mens zijn vijand. Zij sprak over de wet, de vrijheid die een christen heeft (Hand. 10), het liefdesgebod voor alle naasten (dat zijn ook dieren) en als consequentie daarvan het omgaan met het milieu. Kan je als christen vlees eten als je ziet wat er met dieren gebeurt? Je kunt in elk geval niet onverschillig blijven; jouw leven kan niet neutraal zijn aangaande dit thema!

Aan het einde van de conferentie evalueerden we. Duitsers gaven aan dat ze het heel gaaf vonden dat zoveel van onze studenten dapper Duits hadden gesproken. Zij hadden zelf hun Engels wel willen oefenen. De opmerking kwam ook vaker terug dat de conferentie zelfs nog wel een dag of twee langer had mogen duren. Dat toont de interesse die de studenten hadden in het thema.
We kijken uit naar de volgende Reformierte Sommeruniversität, die over twee jaar gepland staat in Siegen.

Emmeline Verheij-van Zeumeren, bachelorstudent