Actueel

Oprichting leerstoel Bijbeluitleg Vroege Kerk/Chair of ‘Early Christian Exegesis’

14 februari 2019

Oprichting leerstoel Bijbeluitleg Vroege Kerk/Chair of ‘Early Christian Exegesis’ (ECE)

Op vrijdag 15 februari 2019 zal dr. M. A. van Willigen worden benoemd tot hoogleraar op de bijzondere leerstoel ‘Bijbeluitleg Vroege Kerk’/Chair of ‘Early Christian Exegesis’ (ECE). Deze bijzondere leerstoel wordt opgericht door de Stichting Bijbeluitleg Vroege Kerk en is gevestigd aan de Theologische Universiteit Apeldoorn. Op D.V. 20 juni hoopt dr. M.A. van Willigen zijn ambt als hoogleraar te aanvaarden.

Hij zal dit doen door het uitspreken van een inaugurele rede, getiteld: 

Niemand heeft ooit God gezien 
De vroegchristelijke exegese van Joh. 1:18

De samenkomst wordt op 20 juni gehouden in het gebouw van de Theologische Universiteit Apeldoorn, Wilhelminapark 4, 7316 BT Apeldoorn en begint om 15.00 uur. De Stichting Bijbeluitleg Vroege Kerk en het College van Bestuur van de Theologische Universiteit Apeldoorn nodigen u vriendelijk uit deze plechtigheid bij te wonen. Na afloop is er een receptie en gelegenheid tot feliciteren.

Leerstoel Bijbeluitleg Vroege Kerk/Chair of ‘Early Christian Exegesis’ (ECE)

De Stichting Bijbeluitleg Vroege Kerk vestigt de nieuwe leerstoel aan de Theologische Universiteit Apeldoorn om de verbinding tussen de huidige theologiebeoefening en de Vroege Kerk te versterken en het onderzoek op dit gebied te stimuleren. Als hoogleraar zal dr. M.A. van Willigen zich onder meer bezighouden met de wetenschappelijke doordenking van liturgische aspecten in de Vroege Kerk, met name het gebruik van Psalmen, hymnen en oden in de Vroege Kerk. In een volgend project komt de positie van de Heilige Geest aan de orde. In het laatste project zal de betekenis van geloof, hoop en liefde in de Vroege Kerk centraal staan. Daarnaast hoopt de te benoemen hoogleraar verder te gaan met internationaal onderzoek op het gebied van de exegese van Ambrosius en Chrysostomus. De leerstoel beoogt een verdieping te bieden aan de academische bezinning op de plaats van de Vroegchristelijke geloofsbeleving en Schriftexegese in de huidige theologiebeoefening.